Hallo beste
lezers,
Delhi is een
moderne stad met een hele grote middenklasse en veel kantoren en luxe
wijken. Maar wij zitten in Old Delhi en dan komen alle clichés over
India tot leven. Want zeker als het donker wordt, is het nog veel
drukker op straat dan gisteren. Zelfs om 23.00 uur wemelt het van de
mensen – het is een gekkenhuis en bijna geen doorkomen aan. Er
lopen veel sjouwers, maar veel gehavende mensen en bedelende oudere
weduwen. Op de autoloze route naar de moskee installeren de mensen
zich voor weer een nacht onder de sterren. Kleine kinderen en hun
moeders slapen al. Ze liggen ondanks de hitte onder dekens. Mannen
spelen nog een bordspelletje of kletsen wat. Ieder heeft zo zijn
plekje. Het voelt zeker niet onveilig, zelfs een beetje gezellig,
maar vooral armoedig. Dit is toch wel Delhi voor gevorderden.
We hebben een
vol programma vandaag. Eerst naar de Jama Masjid, de grote moskee.
Het miezert, maar we beklimmen toch de hoge trappen van de moskee. Op
het grote binnenplein is plaats voor 25.000 gelovigen. Nu spelen de
kinderen er vrolijk rond. Een ander groepje wast ritueel hun handen
in de wasplaats. Daarna willen ze dolgraag op de foto. Ze lachen en
gillen, maar als ik de foto maak staan hun gezichten strak en
plechtig. Ook een vader wil met zijn kinderen op de foto. Natuurlijk
doen we dat. In de overdekte gedeelten liggen mannen languit te
slapen. Oude mannen met lange baarden en soms rood geverfd haar,
kletsen in groepjes. Misschien imiteren ze Mohammed, want hier
bewaren ze enkele rode haren van hem. Vrouwen zitten in groepjes en
kijken naar de kinderen. De moskee is voor het grootste deel van rood
natuursteen gemaakt. Voor de hoge delen is wit marmer gebruikt. Het
is in 1644 -1656 gebouwd door zo'n 5.000 arbeiders.
Daarna gaan we
naar het Al Qila (the Red Fort). Eerst moeten we vanaf de moskee door
een soort park met toegangsweg met fonteinen en waterpartijen. Klinkt
mooier dan het is. Het is vervallen en overal liggen mensen en zijn
hutjes gebouwd. De meesten worden net wakker. Ondanks dit alles is
het toch wel gezellig.
Het Rode Fort
heeft een mooi park en een paar musea. Vooral het wapenmuseum is bij
de Indiërs in trek. Er hangt ook een oude rood-wit-blauwe vlag. Op
het bordje staat dat het een Duitse is – waarschijnlijk een vrije
vertaling van dutch.
We gaan verder
naar de tempel van de Sikhs. Die is indrukwekkend met haar gouden
koepel. We stappen naar binnen en een oude Sikh geeft ons vooraf wat
instructies en uitleg. Hij doet ons een hoofddoek aan en we wassen
onze handen en voeten. Dan mogen we naar binnen. De tempel is mooi
van binnen met dikke tapijten en een priester ontvangt giften,
terwijl drie mannen muziek maken en teksten reciteren. De oude
priester zit boven een kamertje dat van binnen volledig met goud is
gedecoreerd. Mensen aanbidden de man, geven geschenken en sommigen
strekken zich languit op de grond met hun gezicht in het tapijt.
Er zitten oude
Sikhs met diepblauwe tulbanden en gewaden, gecombineerd met feloranje
kleden. Bij de poort staan lange mannen met speren. Alle traditioneel
geklede mannen dragen een sabel aan hun middel.
Het mooie van de
Sikhs-tempels is, is dat iedereen er welkom is en je er gratis kunt
eten. Je zit in rijen op de grond en bij het ontvangen van de roti
moet je uit dankbaarheid en nederigheid beide handen opengevouwen
uitstrekken. Tussen de rijen lopen mannen die voor het eten preken
zingen of roepen. Een man veegt de vloer en in de keuken maken de
mannen in grote ketels de curries en de vrouwen de chapati's. Het is
“food for thought”.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten