zondag 8 juli 2012


Hallo beste lezers,
Delhi is een moderne stad met een hele grote middenklasse en veel kantoren en luxe wijken. Maar wij zitten in Old Delhi en dan komen alle clichés over India tot leven. Want zeker als het donker wordt, is het nog veel drukker op straat dan gisteren. Zelfs om 23.00 uur wemelt het van de mensen – het is een gekkenhuis en bijna geen doorkomen aan. Er lopen veel sjouwers, maar veel gehavende mensen en bedelende oudere weduwen. Op de autoloze route naar de moskee installeren de mensen zich voor weer een nacht onder de sterren. Kleine kinderen en hun moeders slapen al. Ze liggen ondanks de hitte onder dekens. Mannen spelen nog een bordspelletje of kletsen wat. Ieder heeft zo zijn plekje. Het voelt zeker niet onveilig, zelfs een beetje gezellig, maar vooral armoedig. Dit is toch wel Delhi voor gevorderden.

We hebben een vol programma vandaag. Eerst naar de Jama Masjid, de grote moskee. Het miezert, maar we beklimmen toch de hoge trappen van de moskee. Op het grote binnenplein is plaats voor 25.000 gelovigen. Nu spelen de kinderen er vrolijk rond. Een ander groepje wast ritueel hun handen in de wasplaats. Daarna willen ze dolgraag op de foto. Ze lachen en gillen, maar als ik de foto maak staan hun gezichten strak en plechtig. Ook een vader wil met zijn kinderen op de foto. Natuurlijk doen we dat. In de overdekte gedeelten liggen mannen languit te slapen. Oude mannen met lange baarden en soms rood geverfd haar, kletsen in groepjes. Misschien imiteren ze Mohammed, want hier bewaren ze enkele rode haren van hem. Vrouwen zitten in groepjes en kijken naar de kinderen. De moskee is voor het grootste deel van rood natuursteen gemaakt. Voor de hoge delen is wit marmer gebruikt. Het is in 1644 -1656 gebouwd door zo'n 5.000 arbeiders.

Daarna gaan we naar het Al Qila (the Red Fort). Eerst moeten we vanaf de moskee door een soort park met toegangsweg met fonteinen en waterpartijen. Klinkt mooier dan het is. Het is vervallen en overal liggen mensen en zijn hutjes gebouwd. De meesten worden net wakker. Ondanks dit alles is het toch wel gezellig.

Het Rode Fort heeft een mooi park en een paar musea. Vooral het wapenmuseum is bij de Indiërs in trek. Er hangt ook een oude rood-wit-blauwe vlag. Op het bordje staat dat het een Duitse is – waarschijnlijk een vrije vertaling van dutch.

We gaan verder naar de tempel van de Sikhs. Die is indrukwekkend met haar gouden koepel. We stappen naar binnen en een oude Sikh geeft ons vooraf wat instructies en uitleg. Hij doet ons een hoofddoek aan en we wassen onze handen en voeten. Dan mogen we naar binnen. De tempel is mooi van binnen met dikke tapijten en een priester ontvangt giften, terwijl drie mannen muziek maken en teksten reciteren. De oude priester zit boven een kamertje dat van binnen volledig met goud is gedecoreerd. Mensen aanbidden de man, geven geschenken en sommigen strekken zich languit op de grond met hun gezicht in het tapijt.
Er zitten oude Sikhs met diepblauwe tulbanden en gewaden, gecombineerd met feloranje kleden. Bij de poort staan lange mannen met speren. Alle traditioneel geklede mannen dragen een sabel aan hun middel.
Het mooie van de Sikhs-tempels is, is dat iedereen er welkom is en je er gratis kunt eten. Je zit in rijen op de grond en bij het ontvangen van de roti moet je uit dankbaarheid en nederigheid beide handen opengevouwen uitstrekken. Tussen de rijen lopen mannen die voor het eten preken zingen of roepen. Een man veegt de vloer en in de keuken maken de mannen in grote ketels de curries en de vrouwen de chapati's. Het is “food for thought”.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten