zaterdag 28 juli 2012

Kamelentocht vanuit Bikaner


Ha mensen, en dan nu de kamelentocht!

We vertrekken vanuit een dorpje, waar vier kamelen klaar staan. Drie voor ons en één voor de kar voor onze bagage, proviand en slaapspullen. We hebben drie kamelenhoeders en een gids, die een beetje engels praat. Al snel zitten we in de woestijn, aam de rand van het dorp hebben we direct een spektakel.
Een zwarte hond jaagt over grote afstand een jonge gazelle op. Het geeft een enorme stofwolk. Het diertje loopt zich in paniek vast in een hek en de hond grijpt zijn kans. Hij pakt de gazelle en gooit het een paar keer in de lucht. De kamelendrijvers rennen er direct naartoe om de gazelle te redden. Ze jagen de hond weg met stenen en stokken. De hond blijft wel op veilige afstand loeren. Ze willen de gazelle redden omdat het een heilig dier is. Maar tevergeefs en ze zijn teleurgesteld - ze is te zwaar gewond geraakt. Uiteindelijk nemen herdersjongen het diertje mee, het wordt vanavond opgegeten. We weten eigenlijk bijna zeker dat de hond er op af gestuurd is om de gazelle te vangen. De hond was in uitstekende conditie en de jongens liepen al achter hem aan.


We zitten lekker hoog en zachtjes sloffen de kamelen door het zand en de stenen. Af en toe snuiven en proesten ze. We glijden door de woestijn. De kamelen kijken nieuwsgierig met hun grote ogen in het rond. Het lijken slimme dieren, maar ze luisteren niet naar hun naam. Wel heel goed naar de korte bevelen. De kartrekker heeft soms behoefte aan een hapje van een struik, maar dat staat de drijver niet toe.

Onderweg zien we nog veel meer gazellen en groepjes grote antilopen. Maar ook veel vogels, zoals felgroene bijeneters. Tegen de avond zien we ook van dichtbij een fennek voor zijn hol zitten. Hij tuurt vanaf de verhoging over het dalletje.

Het is weer tegen de 50 graden met een hoge luchtvochtigheidsgraad. Het is dus bijna ondraaglijk heet, dat maakt het een zware tocht. Rond het middaguur nemen we drie uur pauze en eten we wat en drinken volop thee. We kaarten in de schaduw van een boom en vallen af en toe in slaap. De kamelenhoeders kaarten als wij klaar zijn ook een paar potjes en slapen onder de kar. Daarna trekken we weer verder.

Tegen zonsondergang nestelen we ons aan de rand van de zandduinen. We slapen in de open lucht en dus onder de sterren.

maandag 23 juli 2012

Ratten en kamelen

http://en.wikipedia.org/wiki/Karni_Mata
Hallo allemaal, 

Vanmorgen naar de rattentempel van Deshnok geweest. Hier worden de ratten aanbeden en brengen de mensen offers aan de diertjes. Dus ze worden hier goed verzorgd met granen, snoepgoed, rijstwater, melk enzovoorts. Het is vandaag weer extreem heet, net rond de 50 graden Celsius. Ook de beste knaagdiertjes hebben er last van en de meesten slapen op volstrekt willekeurige plaatsen. Ze weten dat de mensen toch niet op ze gaan staan – die heilige diertjes. Ze zijn ook vrij van gevaar van katten en roofvogels, dus echt helemaal veilig. Alleen de duiven pikken een graantje mee.

Vanmiddag gaan we naar een plaats waar gieren komen om de dierlijke lijken op te schranzen. En gaan we naar een kamelenonderzoekscentrum. Hier onderzoeken ze de kwaliteiten van kamelenmelk. In ieder geval drinken we daar weer een lassi, maar dan dus van kamelenmelk. 
In iedere stad proeven we de beste lokale lassi. Aan het eind van de reis maken we de testuitslag bekend.

We willen ook nog een kamelentocht regelen. Probleem is alleen de extreme hitte, ondanks dat willen we toch een verkort programma van een dag en nacht doen. We gaan ons vanmiddag goed voorbereide 

- ook mentaal - voor wat betreft de bescherming tegen de zon.

Als we terug zijn van de kamelentocht laten we weer iets van ons horen!

zaterdag 21 juli 2012

Bishnoi, dieren en opium


O ja, nog even een berichtje over een paar dagen geleden. 

Onderweg kom je altijd weer bijzondere mensen tegen. In dit geval zien we twee zeer oude autobusjes staan - type jaren zestig. Daarnaast staan twee zelfgemaakte tentjes. Het zijn nomaden die heel India doortrekken om medicijnen te verkopen. Het zijn natuurlijke geneesmiddelen die zij zelf uit planten, boomschors en boomwortels maken. Die proberen ze aan de man te brengen, met natuurlijk goede voorlichting over het gebruik.

In de middag bezoeken we de Bishnoi dorpjes. We gaan op visite bij een oude man van 70 en zijn dochter. Als we arriveren wikkelt hij zijn tulband om. 10 meter lang en 1 meter breed is de gekleurde stof. Ze wonen in een lemen huisje met in het hofje een keukentje, dat bestaat uit een lemen bouwseltje. Hij bereidt opium voor ons. Maar we krijgen eerst nog een kopje Indiase thee (dus met melk) uit een kopje van klei. Met een houten setje, in het midden van het afbeelding van het symbool van Shiva (een cobra). Hij heeft wat gedroogde opium en verpulvert dat in een houten vijzeltje. Dan mengt hij het met water en giet dat door een soort kousje dat aan het setje is gebonden. Dat doet hij drie keer en dan geeft hij de eerste druppeltjes aan de cobra – het symbool voor Shiva. Hij spreekt wat spreuken uit en gooit een paar druppels over zijn schouder. Dan krijgen wij de gelegenheid om wat van het opiumwater te drinken. We strekken onze hand uit en hij giet er wat van het goedje in. We drinken het op. Sterk spul! Nee hoor, water met een smaakje, we voelen er niets van.

Ze drinken geen alcohol, maar er schijnt wel een probleem met opiumverslaving te zijn. De opium komt bij Udaipur vandaan waar ze voor medicinale doeleinden wordt geteeld. Het gebruik is verboden, maar de overheid gedoogt het gebruik door de Bishnoi.


Onderweg zien we verder antilopes en gazellen. De Bishnoi beschermen de dieren en ze komen dicht bij de dorpjes. Soms wordt er illegaal gejaagd en al ze betrapt worden, nemen de dorpelingen het recht vaak in eigen hand. Ze zien het als een aanval op hun goden en zijn dan zeer wraakzuchtig en kunnen je doden. Een filmacteur die hier was voor het draaien van een film, had een dier geschoten. Hij is keihard aangepakt, maar toch aan justitie uitgeleverd. De zaak loopt nog en hij moet iedere maand in Jodhpur voor de hoorzitting verschijnen.
Bij een meertje scharrelt een jakhals voorzichtig rond. Lepelaars leggen hun snavel in hun nek om de nacht door te brengen, steltlopers met lange dunne pootjes zoeken hun laatste voedsel van de dag in het water

Foto's, kamelen en oude rovers


Nou beste lezers....weer een paar dagen verder. En niet te vergeten: het is hier nog steeds tussen de 40 en 50 graden Celsius!!


Van de tempels in Osyian komen we uiteindelijk in Pokaran aan. Een heel bijzondere stad omdat het straatbeeld totaal anders is dan we gewend zijn. De straten zijn vol met mannen met lange, vaak grijze, baarden en witte kleding plus hoofddeksels. We hebben het gevoel dat we ineens in Pakistan zijn.
We belanden in het paleis van Pokaran. De sfeer en uitstraling van dit kleine paleis is heerlijk. Je kunt er goedkoop grandeur overnachten en dat is echt de moeite waard. Je waant je er in oude tijden van Maharadja's en jachtpartijen. Oude sferen herleven door de oude deuren en decoraties aan de muur.

En dan naar het sprookjesachtige fort van Jaisalmer. Ik word aangeklampt door een jongen die wil dat ik een foto van hem maak. Dat hebben tientallen al voor hem gedaan. Maar deze gaat een stapje verder. Hij wil de foto laten ontwikkelen....maar hoe? Het kan, er is een klein fotostudiootje. Hij haalt de foto van het schijfje en laat deze printen. Na drie uur moet hij klaar zijn.

Dat is een goed idee. Voor de poort verkopen vrouwen wat sieraden. Bijzonder is dat we elkaar herkennen van 12 jaar geleden. De brutaalste vrouw (met sprekende groene ogen) en haar zus weten nog dat ik een foto van ze gemaakt heb. We vonden ze toen katjes om niet zonder handschoenen aan te pakken. De meest zelfverzekerde – haar naam is Santos – is in haar gezicht een stuk ouder geworden. Geen wonder, want ze werkt altijd buiten en heeft inmiddels acht kinderen. De jongste noemt ze Pinky omdat ze zo klein is en ze geeft haar nu de borst. Ik mag gezellig bij de vijf vrouwen komen zitten en we kletsen wat.  Ik maak net als toen weer foto's, maar bied ze nu aan om te laten ontwikkelen en ze om 14.00 uur te brengen. Ze zijn door enthousiast en kunnen niet wachten. Als ik de foto's breng, genieten ze van het eindresultaat. Santos zegt: “bring your wife”. En als we weer langskomen, krijgt Jana een enkelbandje van nepzilver als gift.

We gaan verder de Tharwoestijn in. Het dorpje Khuri ligt in het Nationaal Dessert Park. Het plan is een kamelentocht te maken langs dorpjes en dan naar de hoge zandduinen te gaan. Daar eten we in het zand, en gaan dan weer terug.
De bewoners hebben hun eigen taal, die totaal anders is dan het Hindi. Eén van onze begeleiders spreekt een beetje Engels. Het is soms lastig om hem te verstaan, maar hij vertelt over de kamelen waarop we zitten. Het zijn mannetjes want die doen het zware werk. De vrouwtjes blijven thuis die zorgen voor de jongen en werken niet – net als bij de mensen. Hij vergeet een detail. De vrouwen moeten kilometers lopen om water te halen uit de putten. Hij vertelt over zijn toekomst en de natuur, We zien gazellen en vier keer een dessertfox scharrelen – kleine vosjes met grote oren. Het zijn waarschijnlijk fenneks.
Hij vertelt ook over zijn grootvader. Door Pakinstani van net over de grens zijn ooit koeien en kamelen van hem gestolen. Ze hebben ook een dochtertje meegenomen. Zijn grootvader is toen verhaal gaan halen en er zijn vijf doden gevallen. Er zijn messen aan te pas gekomen – hij is een sterke man. Zijn ogen spreken met vuur. Van moslims moet hij dus niets hebben. Zijn grootvader heeft op het hoogste duin een tempeltje gebouwd van stokken en gras. Hij praat met heel veel respect over hem.

Het heeft al twee jaar niet geregend en de mensen komen echt in de problemen, omdat er te weinig groen voor het vee is en het water in de putten opraakt. De dieren dreigen dood te gaan. Pas heeft het wel geregend, maar dat was zo weinig dat de aarde nauwelijks nat werd. Onder het eten begint het in de verte te onweren en te bliksemen. Maar waarschijnlijk gaat het hier weer niet regenen. Het waait te hard, zodat de bewolking en regen wegwaait. We moeten in het aardedonker op de kamelen terug. Het begint te stormen. We gaan een versnelling hoger en in galop terug naar het beginpunt. Het regent weer niet.

vrijdag 20 juli 2012

Sprookjesachtig Udaipur en een tempelroute


Hi beste volgers, hier zijn we weer met een berichtje. 

We hebben Udaipur bezocht met het Lake Palace, een beroemd wit hotel midden op een meer – sprookjesachtig. Hier is een James Bond film opgenomen. Er is hier veel te bekijken en wij concentreren ons vooral op het City Palace. India heeft een rijke geschiedenis en veel pracht en praal. Dit paleis kijkt uit over het Lake Palace.

Daarna rijden we naar de tempel van Nagda. Met zeer verfijnde beelden en prachtig gelegen in de heuvels. De meeste sculpturen zijn nog volledig in takt en niet verminkt door 'anders-gelovenden'. Het is er een oase van rust en de tempel ligt vlakbij een lotusmeer. Ook daar in het midden is weer een tempeltje. Een waterbuffel jaagt met grof geweld een andere buffelfamilie uit het water.

Dan naar de tempel van Eklingji. We zijn wat vroeg en wachten een half uurtje voor de tempel opengaat. Er ontstaat een rij, eigenlijk twee: één voor vrouwen en één voor mannen. Als we eenmaal binnen zijn, wachten we voor de volgende poort. Ook in gescheiden rijen. Er wordt een mantra gezongen, zoiets van: 'shiri shiri sjamo, hiri hiri sjambo'. Dat gaat maar door. Af en toe gaan de handen omhoog. Het klinkt indrukwekkend tussen de twee hoge muren. Binnen in de tempel aanbidden ze de beelden. Vrouwen fluisteren in het oor van de zilveren nandi (beeld van heilige koe) en sommigen leggen twee vingers van een hand op de horens van de nandi. Ze bidden, buigen en luisteren naar de muziek. Een man met een harmonica zingt liederen en een ander trommelt buiten. Daarvoor  hebben we ontbeten met een peper gebakken in beslag, nog lekker ook.

Daarna volgt Nathdwara, een groot tempelcomplex midden in de stad. Het is een maand van pelgrims en langs de weg wandelen ze volop van tempel naar tempel. In deze tempel is het dan ook zeer druk. Er zijn weer voor mannen en vrouwen gescheiden rijen en het is enorm dringen. Kinderen worden bijna onder de voet gelopen en de hitte en vochtigheid maakt het allemaal nog benauwender. Allemaal zijn ze in extase voor de beelden van de goden. In allerlei nisjes en hoekjes en op het dakterras zijn goden te aanbidden en offers te brengen. In de drukte raken we elkaar kwijt. Na een uurtje vinden we elkaar toch weer. Ha, volgende keer betere afspraken maken als we elkaar kwijtraken.


Het was dus vooral een tempeltocht – indrukwekkend. Een echte aanrader, zeker in deze pelgrimsmaand.

maandag 16 juli 2012

Meelopen met de nomaden


Onderweg naar Udaipur

Eerst komen we een grote kudde kamelen tegen, prachtige dieren - in uitstekende, gezonde conditie. Ze worden begeleid door twee herders en lopen op de snelweg tegen het verkeer in. 
Even later komen we een familie nomaden tegen. Ze hebben ongeveer 30 kamelen bij zich. Op rekken dragen de kamelen de spullen van de nomaden en in mandjes zitten de jonge geitjes. Op de nek van de kameel zitten de kinderen. Voorop lopen de mannen en de vrouwen hebben de eerste kameel van de stoet  aan de leiband. Er loopt ook een grote kudde schapen mee en om de familie heen lopen de honden. 

De eerste vrouw, die voorop loopt, lacht en is duidelijk nieuwsgierig een ander roept nog 'hey sir'. Maar de anderen zijn schuchter. De kinderen lijken wat bang voor vreemden. Een van de mannen wil eerst niet op de foto, maar ineens wel en poseert. Als we even een praten en elkaar een hand geven, maakt hij zijn snor op orde door aan de punten te draaien. Een oudere man, de grootvader, wil wel op de foto en poseert. Maar neemt hij een vechthouding aan en houdt zijn staf in de lucht. Begrijp ik hem goed? Hij is vriendelijk, maar op de foto ziet hij er dreigend uit. Ik laat hem de foto zien en hij lacht. Ik loop nog een stukje mee en dan nemen we afscheid. Een indrukwekkende familie!

zondag 15 juli 2012

De Mona Lisa van Bundi


Ja mensen, na 12,5 jaar zijn we weer in Bundi. Het is nog steeds onze lievelingsplaats. Natuurlijk is het veranderd. Toen had Bundi twee guesthouses, nu zijn het er 40! We waren toen de enige toeristen van dat moment. Het zijn er nu in het laagseizoen een handvol, maar toch meer.


Ons doel is vooral het paleis van Bundi. Het is in vervallen staat omdat de erfgenamen, broer en zus, een dispuut hadden over het bezit. Echt zonde, want de deuren zijn prachtig en de muurschilderingen een.kunstwerk. De plafonds zijn in beslag genomen door vleermuizen en na een uur zit de stank van de uitwerpselen nog steeds in onze neus. Het deurbeslag is van ivoor en de poorten zijn enorm. Vooral de olifantenpoort met twee olifanten als boog is imposant.

Hoogtepunt zijn de muurschilderingen in de tuinkamer, de Chhitra Sala. Fantastisch en één tekening heeft de uitstraling van de Mona Lisa. Veel tekeningen hebben taferelen over goden en het volk. Maar gaan vooral over de jagende en opium rokende maharadja. Verder had de beste man veel vrouwen en kon hij vanuit bepaalde plekken stiekem naar ze kijken ze besluipen.

Twee oudere bewakers verzorgen en bewaken de schilderingen. We herkennen we elkaar nog! De bewaker begint enthousiast te vertellen – we omhelzen elkaar uitgebreid. Hij is er trots op dat de tekeningen nog in prima staat zijn en ook zo blij dat we teruggekomen zijn. Hij roept zijn blijdschap naar een Engels sprekend gezin, en de jonge bewakers. We halen verhalen op over hoe het vroeger was. Dat hij hier stiekem werkte en het fort niet officieel toegankelijk was en dat we door het gat van een ijzeren hek moesten kruipen. Dat er toen zelden bezoekers kwamen. We konden nog naar de top van het fort klimmen. Van daaruit had je – vooral tegen de avond – een prachtig uitzicht over de indigo/blauwe stad.

's Avonds laat in een tempeltje hebben we nog een ceremonie gevolgd. De paar gelovigen maakten muziek met bellen en zongen uit volle borst. Tegenover de tempel staat een groot standbeeld van een olifant. Het beeld is een gift van de maharadja. Op deze olifant, die aan het begin van de 18de eeuw is overleden, heeft hij volgens het onderschrift vele veldslagen geleverd en gewonnen.

Wel, dit was het laatste nieuws uit Bundi.

Pushkar


Via Amjer rijden we naar Pushkar, een bedevaartsoord, hippieplaats en in november een grote kamelenmarkt. In Amjer bekijken we een Jain tempel met een inrichting als een soort Efteling: een enorm diorama. Vliegende boten, een toren – een heel landschap van goud en edelstenen. Voor de deur maakt een vrouw rijst en noten schoon. Er schiet een grote rat voorbij. De Jain eten geen vlees, vis of voedsel dat onder grond groeit, zoals aardnoten en aardappelen. De priester zal direct in het regenseizoen niet lopen omdat er dan te veel insecten zijn waar hij op kan stappen.

India is een gek land. Op de snelweg zien we een misschien wel 70-jarige motorrijder. Een echte Rajasthanie met een helblauwe tulband en een snor met lange punten. Hij heeft zijn voeten op het stuur van de motor. Met zijn handen rommelt hij wat met een boekje. Heel relaxed rijdt hij met zo'n 70 kilometer per uur, zwevend door het verkeer en slaat na een tijdje af naar de andere weghelft.

Doet denken aan het verhaal van het Indiase jongetje dat iedere dag langs het huis van zijn oom naar school fietst en roept: “Hé, oom kijk eens, ik rijd met 1 been!”. De volgende dag: “Hé oom, kijk eens zonder benen”!. Weer de volgende dag: “Hé oom, kijk eens, nu ook zonder handen!” Maar dan valt hij keihard en zijn voortanden liggen eruit. De volgende dag roept hij enthousiast: “Hé oom, kijk eens: zonder voortanden!”

In Pushkar bezoeken we de ghats. Hier baden de bedevaartgangers zich vanaf de trappen in het heilige water. Het is nu rustig. Een vrouw gooit een baal graan uit voor de duiven. Als de koeien komen, stuiven de duiven weg. Een stuk verderop nemen ze een Bollywoodfilm op. O ja, ook belangrijk om te weten, het weer: zonnig en bloedheet.....dus mensen hier moet je zijn :-)

vrijdag 13 juli 2012

Het paleis van Amber en Jaipur, de roze stad


Hi, hier zijn we al weer!

Vroeg opgestaan en naar het Amber Fort. Het fort ligt hoog op een berg met een mooi uitzicht over de vallei. Het paleis in het fort is in goede staat en heeft kleurige schilderingen. Een van de gebouwen is versierd met schilderingen en spiegeltjes – mooie kitsch. In een ander vertrek is een diep witmarmeren bad, natuurlijk hebben we er even in gezeten. Olifanten brengen in de ochtend toeristen naar boven. In de middag zijn ze vrij. Niet zo lang geleden is een olifant door het lint gegaan en heeft zijn verzorger vertrapt. Men denkt dat de olifant overwerkt was. Vandaar de strikte werktijdenregeling.

In de middag naar de apentempel gelopen. Het tempelcomplex ligt in een kloof met een bron. Een stevige wandeling bergop leidt langs kleinere tempels. Een groepje oranje sadhu's komt net naar beneden. Boven op de berg en uitkijkend over de stad staat een naakte sadhu met lang woest haar hard te roepen met zijn armen in de lucht. 
Er leven hier ook zo'n 5000 apen die in de droge tijd in de baden zitten. Nu wassen de Indiërs zich er ritueel. Twee vrouwen wassen zich handig in hun sari's maar toch met met ontbloot lijf. In de tempel, ver weg door allerlei gangetjes en in een hoekje, is een primitief oranje gekleurd beeld van 500 jaar oud. In het nisje brand een vlam al 400 jaar lang onafgebroken. 


Achter de tempelgangen ligt een stal. Een sadhu melkt daar een koe. Eerst wast hij zijn handen, dan pakt hij een metalen emmer, die wast hij ook. Vervolgens bindt hij de achterpoten van de koe bij elkaar en wast de uiers en gaat melken. In een ander gedeelte is nog een tempel. In de hoektoren aan de buitenkant, is een hokje. Van hieruit schenkt een vrouw heilig water aan gelovigen. De tempel is gebouwd op een bron.

donderdag 12 juli 2012

Agra, nog een dag


Ha mensen, eindelijk het Fort van Agra bezocht. Dat hebben we jaren geleden overgeslagen. En het is nog heel mooi ook. In het fort zijn verschillende tombes en andere gebouwen van wit marmer te zien. Het marmer is heel verfijnd bewerkt met sierstenen. Het is er lekker wandelen en dan heb je ook nog eens met een prachtig uitzicht op de Taj Mahal. Het is nog een beetje mistig in de ochtend en dat maakt de Taj Mahal nog mooier. Meestal zijn de muren een stoffig geheel, maar door de regen glimmen de kolossale  stenen van de dikke muren van het fort. Dat maakt het allemaal frisser en geeft een schone indruk. Buiten de poort leven mensen in zelfgemaakte tentjes en de kinderen bedelen. Een huilt heel hartgrondig, maar als hij ziet dat wij niet reageren begint hij gezellig te kletsen – een topacteur.

We kopen een paar mango's – superzoet. Op weg naar de Jama Masid. Deze lijkt sterk op die in Old Delhi, maar dan kleiner. We wandelen er prettig op onze blote voeten rond. Daarvoor bezoeken we een hindoetempel. Er is een ceremonie aan de gang en een priester zwaait met een brandende kan rond een beeld en hij roept hard teksten. Een andere man neemt de offers in ontvangst. In een hokje zit een oudere man bij een nandi, ook hij begeleidt de gelovigen in hun ritueel.



Rond de moskee en de tempel ligt de bazaar. We wandelen er lang rond. We zien ontelbare schoenmakers, snoepwinkels en nog veel meer. Op enkele plaatsen schalt het geluid van een geestelijke uit de luidsprekers. Dat klinkt zo hard dat de trommelvliezen bijna scheuren – ongelofelijk. Op andere plekken ligt het afval meters hoog te stinken. In alle vuiligheid bij elkaar loopt een familie varkens door de bagger. Het is een middeleeuws tafereel. Een bijzondere stad waar fantastische architectuur en verfijnde kunst naast de onmenselijke chaos en smerigheid elkaar bestaan. Aan het einde van de route kopen we pethe, een mierzoet snoep van gesuikerde pompoen – heel lekker.

Agra


Nou beste volgers, we hebben en achterstand met het plaatsen van berichten, dus hebben nog wat te doen....

Het verkeer vanuit Delhi is druk, heel druk. Het duurt uren voordat we het platteland bereiken. Daarna blijft het nog steeds op veel stukken vol met fietsers, tuk tuks, vrachtwagens en auto's. Het is in 12 jaar veel voller geworden. Maar de zigeuners met de trieste, dansende beren langs de weg zijn verdwenen. De dochter van de president is dierenliefhebber en dankzij haar is het houden van beren verboden. Ze zijn nu in een berenpark opgevangen. Als we stoppen voor het betalen van de statetax bij een huisje, staan er tientallen mannen met apen om ons heen. Een aap klimt op de stok van zijn begeleider en maakt salto's. Heel sierlijk, maar ook zielig. Dit is niet verboden, want apen zijn huisdieren.

In de heilige stad Vindravan bezoeken we een tempel. De tempel is voor een groot deel sierlijk opgebouwd uit wit marmer. De mensen aanbidden een overleden goeroe. Ze knielen op de grond, bidden en zingen. Een paar jongens bespelen instrumenten, één zingt Hara Krishna. Ze vormen een mix van westerse en Indiase jongens. De zanger roept mij en geeft zij kaartje en zegt: Welcome home. Er bidt ook een Europeaan, volledig in tranche loopt hij rond de tombe. Best vreemd omdat we in zuid India alleen tempels kennen met Indiase gelovigen. In de hal kopen we zoetigheid van kokos en het smaakt heerlijk.

We reizen door naar Sikandra, waar het mausoleum van Akbar is gebouwd. Gebouwd volgens de Mughal traditie is het een verfijnd gebouw, met aan vier zijden sierlijke poorten. De hoofdpoort is gebouwd van natuursteen met torens van wit marmer. Bewerkt met kleurige tegels. In de poort is een tekst ingelegd: Dit zijn de tuinen van Eden, kom binnen en leef voor eeuwig.
Het is een prachtig park met pauwen en herten. Het is zwaar bewolkt en tussen de buien door wandelen we door het park. We praten wat met families die het park bezoeken. Kleine gesprekjes want het zijn mensen van het platteland, die hun engels willen oefenen: This is my sister, this is my mother, this is my other sister.....we are big family. Kindjes geven ons voorzichtig een hand en groeten ons. Een enkeling wil op de foto.

Agra is een grote stad en ondanks de sublieme reputatie van de Taj Mahal, een smerige stad. Natuurlijk ook overvol, chaotisch en een grote afvalplaats. We willen de route weer maken die we 12,5 jaar geleden met de motor gemaakt hebben. Toen reden we over een zandweggetje over de oever van de Yamuna rivier. Vanaf die kant zie je de Taj Mahal op zijn mooist. Toen we er waren, liepen kamelen langs de rivier en lag de Taj Mahal op de achtergrond. De weg is geasfalteerd en aan de oevers is hoog prikkeldraad geplaatst, met wacht \posten voor militairen. Het is kennelijk een high risk object. Er is heel veel veranderd.
Ook bezoeken we de zogeheten Baby Taj, die officieel de Itimad-ud-Daulah heet. Het is een kleine Taj Mahal, ook mooi, maar minder goed in proporties. Vanaf de laatste poort kijk je over de rivier. Buffels grazen langs het water en baden in de rivier. Op de achtergrond zie je Agra en hoor je vooral de chaos van de stad op de andere oever.

zondag 8 juli 2012


Hallo beste lezers,
Delhi is een moderne stad met een hele grote middenklasse en veel kantoren en luxe wijken. Maar wij zitten in Old Delhi en dan komen alle clichés over India tot leven. Want zeker als het donker wordt, is het nog veel drukker op straat dan gisteren. Zelfs om 23.00 uur wemelt het van de mensen – het is een gekkenhuis en bijna geen doorkomen aan. Er lopen veel sjouwers, maar veel gehavende mensen en bedelende oudere weduwen. Op de autoloze route naar de moskee installeren de mensen zich voor weer een nacht onder de sterren. Kleine kinderen en hun moeders slapen al. Ze liggen ondanks de hitte onder dekens. Mannen spelen nog een bordspelletje of kletsen wat. Ieder heeft zo zijn plekje. Het voelt zeker niet onveilig, zelfs een beetje gezellig, maar vooral armoedig. Dit is toch wel Delhi voor gevorderden.

We hebben een vol programma vandaag. Eerst naar de Jama Masjid, de grote moskee. Het miezert, maar we beklimmen toch de hoge trappen van de moskee. Op het grote binnenplein is plaats voor 25.000 gelovigen. Nu spelen de kinderen er vrolijk rond. Een ander groepje wast ritueel hun handen in de wasplaats. Daarna willen ze dolgraag op de foto. Ze lachen en gillen, maar als ik de foto maak staan hun gezichten strak en plechtig. Ook een vader wil met zijn kinderen op de foto. Natuurlijk doen we dat. In de overdekte gedeelten liggen mannen languit te slapen. Oude mannen met lange baarden en soms rood geverfd haar, kletsen in groepjes. Misschien imiteren ze Mohammed, want hier bewaren ze enkele rode haren van hem. Vrouwen zitten in groepjes en kijken naar de kinderen. De moskee is voor het grootste deel van rood natuursteen gemaakt. Voor de hoge delen is wit marmer gebruikt. Het is in 1644 -1656 gebouwd door zo'n 5.000 arbeiders.

Daarna gaan we naar het Al Qila (the Red Fort). Eerst moeten we vanaf de moskee door een soort park met toegangsweg met fonteinen en waterpartijen. Klinkt mooier dan het is. Het is vervallen en overal liggen mensen en zijn hutjes gebouwd. De meesten worden net wakker. Ondanks dit alles is het toch wel gezellig.

Het Rode Fort heeft een mooi park en een paar musea. Vooral het wapenmuseum is bij de Indiërs in trek. Er hangt ook een oude rood-wit-blauwe vlag. Op het bordje staat dat het een Duitse is – waarschijnlijk een vrije vertaling van dutch.

We gaan verder naar de tempel van de Sikhs. Die is indrukwekkend met haar gouden koepel. We stappen naar binnen en een oude Sikh geeft ons vooraf wat instructies en uitleg. Hij doet ons een hoofddoek aan en we wassen onze handen en voeten. Dan mogen we naar binnen. De tempel is mooi van binnen met dikke tapijten en een priester ontvangt giften, terwijl drie mannen muziek maken en teksten reciteren. De oude priester zit boven een kamertje dat van binnen volledig met goud is gedecoreerd. Mensen aanbidden de man, geven geschenken en sommigen strekken zich languit op de grond met hun gezicht in het tapijt.
Er zitten oude Sikhs met diepblauwe tulbanden en gewaden, gecombineerd met feloranje kleden. Bij de poort staan lange mannen met speren. Alle traditioneel geklede mannen dragen een sabel aan hun middel.
Het mooie van de Sikhs-tempels is, is dat iedereen er welkom is en je er gratis kunt eten. Je zit in rijen op de grond en bij het ontvangen van de roti moet je uit dankbaarheid en nederigheid beide handen opengevouwen uitstrekken. Tussen de rijen lopen mannen die voor het eten preken zingen of roepen. Een man veegt de vloer en in de keuken maken de mannen in grote ketels de curries en de vrouwen de chapati's. Het is “food for thought”.